De afkorting en betekenis van AED staat voor Automatische Externe Defibrillator. Kort gezegd is een AED een hartstarter: een apparaat waarmee een hart gereset kan worden in geval van een circulatiestilstand.
Eerst maar eens wat cijfers
Bij een hartritmestoornis maakt men onderscheid tussen wel en niet schokbare hartritmestoornissen. Uit cijfers van de Nederlalandse Hartstichting blijkt dat in Nederland per week gemiddeld 300 personen een hartstilstand krijgen. Ongeveer 45 tot 50% van deze mensen heeft een schokbaar hartritme. Als binnen 6 minuten de reanimatie met een AED wordt opgestart, dan is de kans op overleving 50 tot 70% in geval van een schokbaar hartritme. Helaas is de gemiddelde aanrijtijd van een ambulance in Nederland 8 tot 10 minuten. Het is daarom belangrijk dat er overal zoveel mogelijk AED’s hangen en dat er zoveel mogelijk mensen leren reanimeren. Tijdens een BHV cursus bij Vakles komt dit onderwerp daarom uitgebreid aan bod.
Boek direct een cursus!
Maar wat is dat dan zo’n schokbaar hartritme?
In onze rechterboezem hebben wij een klein groepje cellen dat een elektrische prikkel afgeeft dat ons hart aanzet tot samentrekken. Deze prikkel trekt door ons hart heen, waardoor het hart regelmatig gaat pompen. Dit groepje cellen wordt de sinusknoop genoemd en is als het ware de natuurlijke pacemaker in ons hart. Het kan gebeuren dat de elektrische prikkel niet meer alleen in de sinusknoop ontstaat, maar op meerdere plekken. De kamerwand van ons hart wordt dan chaotisch geprikkeld. We spreken dan van kamerfibrilleren. Het hart verliest hierdoor zijn vermogen om bloed op een efficiënte manier rond te pompen. Dit is een zeer ernstige hartritmestoornis die levensbedreigend is.
Waarom hebben we dan een AED nodig?
Veel mensen denken dat een AED een stilstaand hart weer op gang brengt. Dat is een grote misvatting. Wij gebruiken een AED om een fibrillerend hart te defibrilleren. Uiteraard kunnen wij nooit aan de buitenkant zien waarom iemand geen bewustzijn heeft. Wij weten niet waarom iemand niet meer ademt en we weten dus ook niet wat er precies met het hart aan de hand is. Als een slachtoffer geen bewustzijn en normale ademhaling heeft, dan moet zo snel mogelijk de reanimatie opgestart worden en de AED gebruikt worden.
De elektroden van de AED worden op het slachtoffer geplakt en vervolgens gaan die analyseren wat er met het hart aan de hand is. Als de AED een fibrillerend hart waarneemt, dan zal de AED een schok afgeven. Deze schok gaat door het hart heen en hierdoor wordt het hart even stilgezet. We hopen dat hierna het hart zijn normale pompfunctie weer oppakt. Hoe sneller de reanimatie opgestart wordt, hoe meer kans op succes.
Tijdens een BHV cursus van Vakles leer je hoe je onderzoekt of een slachtoffer nog bewustzijn heeft en of een slachtoffer nog een normale ademhaling heeft. Je leert hoe je moet reanimeren als dit niet het geval is.